Als het levenseinde nadert

Het naderende levenseinde is iets waar we als verzorgende vaak mee te maken hebben. Er sterven veel mensen in het verpleeghuis waar ik werk. Tijdens de zorg rondom het sterven heb je niet alleen met de stervende te maken, maar ook met de mensen daar omheen, zoals de naasten en de familie, evenals met andere hulpverleners zoals artsen en andere verzorgenden die iemand bijstaan in het laatste uur.

Samenwerking en communicatie rondom de laatste fase

In dit artikel wil ik laten zien hoe belangrijk goede samenwerking en communicatie zijn om het laatste stukje van het leven voor de stervende en zijn of haar naasten zo comfortabel mogelijk te maken. Een verpleeghuis is meestal het eindstation voor mensen. De ene bewoner zal er langer wonen dan de andere, maar ze komen bijna allemaal in de terminale fase terecht. Over het algemeen zie je bij hen een afnemende gezondheid; je ziet het einde naderen.

De meeste mensen die in het verpleeghuis wonen zijn ‘mensen van de dag’. Er kan zomaar iets gebeuren waardoor ze gaan overlijden. Aan ons als verzorgende de taak om familieleden daarvan bewust te maken. Bij een afnemende gezondheid zie je dat mensen minder gaan eten en drinken, vaker ziek worden en uiteindelijk bedlegerig worden. In veel gevallen bestaat er een behandelbeleid voor onze bewoners.

Levensrekkende handelingen stoppen

Het kan een beleid zijn om geen levensrekkende handelingen meer te verrichten, of om juist wel behandelen, waardoor iemand in leven blijft. In beide gevallen is het van belang dat er goede afspraken zijn tussen personeel en naasten. Voor elke keus die er gemaakt wordt heb ik respect.

Je hoort wel eens ‘Moet dat nog?’, maar ook al zijn ze oud, je kunt ze niet missen.

Vanuit mijn beroepshouding zeg ik ‘Laat iemand niet onnodig lijden door levensverlengende handelingen’, maar vanuit mijn gevoel als mens, buiten de zorg om, zeg ik ‘Ik snap dat mensen alles uit de kast halen om iemand bij zich te houden’.

Of die keuze juist is kun je je afvragen, maar het is voor mij wel begrijpelijk. Meestal wordt ervoor gekozen om geen maatregelen te treffen om het leven te verlengen. In die gevallen gaat men over op palliatieve zorg, ook wel warme zorg genoemd. Je zorgt ervoor dat het voor alle partijen zo draaglijk mogelijk verloopt. Daarbij moet je denken aan pijnbestrijding, het onderdrukken van angst of onrust en het verlichten van benauwdheid.

In deze fase is het belangrijk dat je de familie op de hoogte houdt; het moet duidelijk zijn wanneer naasten gebeld willen worden. Nu is dat in de laatste fase best moeilijk in schatten, maar ik zeg: ‘Ga af op je gevoel en op wat je ziet’.

Kenmerken van een aankomend overlijden

Een tijdje geleden overleed een mevrouw die al een poosje in bed had gelegen en geen voeding meer tot zich had genomen. Haar dochter kwam elke dag en wou graag te allen tijde gebeld worden als de gezondheidstoestand van haar moeder achteruit ging. Op een avond was ik aan het werk en had de zorg voor die mevrouw. Elk half uur ging ik kijken.

Tegen een uur of negen kwam ik opnieuw bij haar en vond haar anders worden. De ademhaling werd sneller en oppervlakkig. Ook kreeg deze mevrouw een andere kleur en begon ze te kreunen. Bij mij bestond er geen twijfel en ik belde haar dochter. We hadden in de dagen daarvoor al veel gesprekken gehad over het naderende einde; mijn telefoontje kwam dus niet geheel onverwacht. Samen met haar echtgenoot kwam ze na een half uurtje op de afdeling. Ze waren erg dankbaar dat ik op tijd had gebeld en besloten te blijven om bij moeder te waken.

Het waken

Tijdens het waken is het van groot belang dat de familieleden op hun gemak worden gesteld. Ze moeten het gevoel krijgen dat ze worden gehoord en dat ze vragen mogen stellen. Samen met de naasten ga je hun wensen bespreken en probeer je zo goed mogelijk aan die wensen te voldoen. Het echtpaar dat bij moeder waakte had de wens dat moeder rustig en zonder pijn en angst in zou slapen.

Om aan deze wens te kunnen voldoen werd in overleg met de arts overgegaan tot het gebruik van morfine. Verder boden we, om de naasten van deze mevrouw tijdens het waken te ondersteunen, een waakdoos aan. Dat werd door de familie erg op prijs gesteld. In een waakdoos of waakkoffer zit bijvoorbeeld een bijbel, een gedichtenbundel en een rozenkrans, maar er kan ook muziek in zitten en informatie over het regelen van de uitvaart. Wat ook in die koffer kan zitten is een boekje over rouwverwerking of over wat er tijdens het laatste uur kan gebeuren en hoe het stervensproces kan verlopen. ‘Waken bij het laatste uur’ is zo’n boekje.

Waken bij het laatste uur

Dat boekje bevat informatie over het sterven, maar het kan ook troost bieden. Vaak krijgen mensen heel veel informatie in de laatste dagen van het leven van hun dierbare, maar de informatie waar ze juist behoefte aan hebben ontbreekt meestal. Vaak komen vragen in hen op, zoals ‘wat weerhoudt iemand ervan om het leven los te laten?’, ‘wat merkt iemand van zijn toestand?’ of ‘horen ze ons nog?’ Op zulke vragen geeft ‘Waken bij het laatste uur’ antwoord.

Niet iedereen zal zo’n boekje pakken, want voor een ander kan de bijbel of een gedicht juist een krachtbron zijn, of troost bieden. Ook op dat punt is de communicatie van groot belang; het is goed om af te tasten wat mensen op prijs stellen. Soms bied je helemaal geen waakdoos aan als je merkt dat naasten daar geen belangstelling voor hebben. Dat voel je vaak wel aan. Zo vult ieder op zijn eigen wijze de laatste dagen of uren in.

 

Gebruik maken van levensreddende handelingen

Er komen ook situaties voor waarbij de naasten ervoor kiezen om het leven van hun dierbare wel te rekken.

Die keus is over het algemeen voor verzorgenden moeilijk te begrijpen.

Ook dat is een logische reactie, want het is moeilijk om je voor te stellen dat je je ouder of partner laat ‘lijden’; zo wordt dat tenminste gezien vanuit het standpunt van de hulpverleners. Als je echter probeert om door de ogen van de naasten naar de stervende bewoner te kijken, wordt het anders: zij kunnen hun vader of moeder immers niet missen. Goed overleg is dan belangrijk, want dan moet je samen met de arts en de familie kijken of zoiets meerwaarde heeft. Veelal wordt eerst aan de wensen van de naasten tegemoet gekomen.

Warme zorg

Als echter blijkt dat een behandeling niet aanslaat, wordt in overleg toch overgegaan op warme zorg. Om misverstanden te voorkomen moeten daarbij wel alle neuzen dezelfde kant op staan. Tegen de mensen van wie een dierbare in een verpleeghuis woont, zou ik tenslotte willen zeggen; maak uw wensen kenbaar, blijf in gesprek met de artsen en het verplegend personeel.

Uw wensen en de wensen van uw partner, vader of moeder mogen gehoord worden.

 

Dit gastblog is geschreven door Dyenne Van Aalst- Hendrikse.

Ze werkt als verzorgende in een verpleeghuis op een pg-afdeling en geeft palliatieve zorg.

Ze is schrijfster van het boekje, waken bij het laatste uur.

 

Dank je Dyenne, voor het delen van je verhaal!