De voordracht, deel 2
Ik keek de zaal weer rond. Ik ving de blik op van een mooie man die achter in de ruimte zat. Hij glimlachte naar me, ik werd er een beetje verlegen van. Ik moest lachen in mezelf om de absurditeit van het moment. Hier stond ik als voorganger bij haar uitvaart, te beoordelen hoe leuk de man in de zaal was. Ze had het vast fantastisch gevonden.
De mooie man gaf me een bemoedigend knikje, dat me aanspoorde mijn blik op de tekst te richten. Eindelijk sprak ik met mijn eerste woorden. Langzaam, met tussenpauzes, las ik de tekst voor. Met genoeg stilte om de indringende tekst zijn werk te laten doen.
Ik dacht ondertussen aan onze kennismaking……….
Het ging niet bepaald van een leien dakje.
“Laat maar eens zien wat je ervan weet.”
Wat meer naar links, dat verband moet strakker.
“Auw, je doet me pijn”.
Ik rolde met mijn ogen, zachtjes zuchtend.
Zo ging dat een aantal keer als ik haar kwam verzorgen. Ik werd het moe.
“Vertrouwen hebben is ook een kunst”, zei ik bits.
Ze begreep de boodschap. Later begreep ik haar wantrouwen.
We kregen ruim de tijd om ons vertrouwen te laten bloeien. Jarenlang ondersteunde ik haar, in en uit bed, verzorgde haar infuus en haar stoma’s. Een pleister op de wond. Soms letterlijk, soms figuurlijk.
“Auw, je doet me pijn”, schreeuwde ze.
“Ah”, zei ik, “goed werk; zachte heelmeesters maken stinkende wonden”. Ik kneep haar dan zachtjes bemoedigend, in haar hand. Onze blikken kruisten en we dachten hetzelfde: hoe pijnlijk ook, humor kan altijd.
Op een dag stoof ze met haar elektrische rolstoel door de kamer. Van links naar rechts. Rood hoofd, druk gebarend en luid scheldend. Overstuur over een wetswijziging in de zorg. De thuiszorg waar ze zo afhankelijk van was, omdat ze thuis wilde blijven wonen. Onafhankelijk wou ze zijn, haar eigen leven leiden. Ze was zo blij geweest dat ze het goed geregeld had. Eindelijk. Het bleek telkens een illusie.
Het maakte haar woedend. Toen ik haar net leerde kennen schrok ik weleens van haar temperament. Later kon ik juist daar haar vechtlust in zien en enorm bewonderen. Veel leven voor iemand met een halve gezondheid.
Maar de woede en de ongerustheid sloegen niet meer om in vechtlust. Haar angst voor toenemende afhankelijkheid en pijn begon het gevecht te winnen. Het was niet meer het soort boosheid waardoor je in actie komt, maar het soort boosheid dat je verlamd en deprimeert.
Op een dag verloor ze haar bewustzijn. Ze had pijn, veel pijn. Bibberend voelde ik haar pols, en nam haar ademhaling waar. Ze leefde nog. Wat was ik opgelucht toen ze een aantal minuten later weer langzaam bij kennis kwam.
“Ik geef je iets tegen de pijn”, zei ik. Ze knikte alleen maar.
Ze keek me aan en ik wist genoeg. Dit was niet goed.
Een aantal dagen later wou ze met me praten.
Het kostte me moeite professioneel te blijven. Want ik wist wat ze wilde….Lees hier deel 3
Mag ik ook naar jouw verhaal luisteren?
Ik help familieleden die zorgen voor hun ongeneeslijk zieke familielid. Ik help ze rust te brengen.
In een Bakkie Troost gesprek luister ik naar jouw verhaal als mantelzorger. Zonder oordeel, gewoon een gesprek van mens tot mens. Dit is een gratis service die ik aanbied om mantelzorgers te ondersteunen. Hier kun je gelijk een telefonisch afspraak plannen.