Veranderende kijk op de palliatieve zorg

Gastblog door Térèse Huisman

De palliatieve zorg was in het verleden vooral gericht op het voorkomen en verzachten van pijn en lijden. Aangezien elke patiënt en elk ziektebeeld een ander verloop kent, kan palliatieve zorg gedurende een aantal dagen, maar ook voor een langere periode van toepassing zijn.

Afhankelijk van het ziektebeeld en de wens van de patiënt, kan palliatieve zorg zowel thuis, in een ziekenhuis, maar ook in een hospice of ander instelling worden verleend.

Totdat longarts Sander de Hosson, de menselijke kant van palliatieve zorg onder de aandacht bracht, was de palliatieve zorg vaak niet holistisch van aard.

Er was vooral aandacht voor de lichamelijke aspecten van de terminale zieke patiënt. Wat iemand mentaal nodig had, daar werd meestal niet bij stilgestaan.

De vraagstukken, hoe de patiënt zelf de laatste fase van het leven voor zich zag, of er angsten waren en hoe de patiënt de laatste tijd wenste in te vullen, vormden in het verleden geen onderwerp van gesprek met de behandelend arts.

Sander de Hosson vindt dat ook aandacht voor de naasten van de patiënt belangrijk is bij palliatieve zorg.

Patiënten, maar ook hun dierbaren, moeten immers samen die moeilijke fase doorstaan en hun weg vinden in het naderende afscheid.

Sander de Hosson: initiator voor empathische palliatieve zorg

Tijdens zijn opleiding tot arts bemerkte Sander de Hosson, dat er vrijwel geen aandacht werd besteed aan de patiënt in de laatste fase van het leven.

Hoe een arts moest omgaan met de (naderende) dood van een patiënt en hoe deze patiënt daarin gesteund moest worden, was niet iets dat uitgebreid in de opleiding naar voren kwam.

Bovendien werd artsen geleerd een zekere afstand te bewaren tot de patiënt en vooral niet te betrokken te raken.

Doordat Sander de Hosson zich opwierp als initiator en de menselijke kant van de palliatieve zorg in Nederland onder de aandacht bracht, zijn er nu onder andere richtlijnen opgesteld waar het gaat om palliatieve zorg.

Scholing voor palliatieve zorg

De opgestelde richtlijnen zorgen voor een beter georganiseerde palliatieve fase van patiënten. Door de groeiende aandacht voor palliatieve zorg, wordt tegenwoordig ook veel aandacht besteed aan scholing.

Hierdoor wordt de kennis met betrekking tot de laatste levensfase bij veel doelgroepen vergroot en dat komt de patiënt en alle betrokkenen alleen maar ten goede.

Het bespreekbaar maken van de dood heeft bij veel mensen de ogen geopend. Zowel bij patiënten en hun naasten als bij verzorgend- en verplegend personeel in de zorg. Hiermee groeit ook de interesse voor de empathische kant van het vak.

Samen het naderende einde bespreken

Sander de Hosson acht het van onschatbare waarde dat een arts zich goed verdiept in de patiënt en echte aandacht geeft.

Patiënten voelen zich gewaardeerd en serieus genomen als ze openlijk kunnen praten over hun naderende dood en de angsten die dit vaak met zich meebrengt.

Door angsten uit te spreken kan ook worden besproken of die angsten terecht zijn. Door als arts oplossingen aan te dragen en mee te denken met de patiënt zijn die angsten vaak goed weg te nemen.

Een eerlijke en oprechte benadering kan zorgen dat de patiënt het naderende einde beter kan accepteren. Bovendien kan het de betrokkenen goed inzicht geven in wat komen gaat. Oprechte interesse draagt bij aan verbetering van de laatste levensfase.

Ieder mens is uniek

Als duidelijk is dat er geen kans op genezing bestaat, is het goed om als arts tijdig te bespreken wat er mogelijk is. Ook is het goed om in kaart te brengen wat de wensen van de patiënt zijn. Een patiënt moet de kans krijgen uit te spreken wat hij of zij nog wil qua behandeling. Wanneer vindt iemand het genoeg geweest en komt bijvoorbeeld euthanasie ter sprake? Samen de laatste fase van het leven vormgeven en bespreken is belangrijk voor de patiënt, maar ook voor de arts. Wil een patiënt nog een levensverlengende behandeling ondergaan, die wellicht complicaties met zich meebrengt, of kiest de patiënt voor kwaliteit in de laatste fase?

Belangrijke vraagstukken die besproken moeten worden om de juiste keuzes te kunnen maken.

Flexibel omgaan met regels om de patiënt en de naasten nog een waardevolle herinnering mee te geven, maakt dat mensen zich erkend en gehoord voelen. Dit kan ervoor zorgen dat een patiënt zich openstelt.

Dat iemand gaat sterven is niet te voorkomen, maar de manier waarop en vooral ook wanneer, daar kan een arts absoluut iets in betekenen.

De dood is onlosmakelijk verbonden met het leven. Praten over de dood is dus minstens zo belangrijk als praten over het leven en juist dat is wat Sander de Hosson onder de aandacht heeft gebracht.

Ieder mens verdient een waardig einde. Hoe dat einde eruit komt te zien en waar en hoe iemand wenst te overlijden, verschilt per persoon en dat is maar goed ook want ieder mens is immers uniek. Door de patiënt en de naasten open en eerlijk tegemoet te treden, wordt het misschien iets makkelijker om het leven en elkaar los te laten.

Mijn naam is Térèse Huisman.

Al zo lang ik mij kan herinneren heb ik veel affiniteit met gezondheid, ziekte en overlijden.

Na een groot aantal jaren in een verpleeghuis te hebben gewerkt heb ik de opleiding tot medisch secretaresse afgerond. Mijn gevoel ligt echter bij het schrijven en om die reden heb ik mijn eigen bedrijf SCHRIJFTET opgezet. De kracht van het geschreven woord kan in veel moeilijke situaties het nodige verschil maken en juist dat is wat mij voldoening geeft.