Het loslaten van het leven

Dit gastblog is geschreven door Dyenne Van Aalst- Hendrikse.

Het loslaten van het leven is één van de moeilijkste dingen die een mens moet doen, zo niet het moeilijkste.

Iets loslaten waarvan je gehouden hebt doe je niet zomaar, dat levert strijd op. Die strijd zien we ook in de terminale fase. De ziel moet zich los gaan maken van het lichaam en het aardse leven. Aan de hand van voorbeelden wil ik in dit artikel die strijd beschrijven en benoemen welke factoren de overgang kunnen belemmeren. Als mens zijn we erg gehecht aan de dingen om ons heen, aan onze dierbaren, onze spullen en ons lichaam.

 

Een heel mensenleven ‘wonen’ we in ons lichaam. Het is de behuizing waarin we hebben geleefd, dat we hebben liefgehad. Het is het lichaam dat ook door anderen werd geliefd. Dat laat je niet zomaar achter. Net als een oude jas die je niet zomaar weg doet. Nee, je kijkt eerst de zakken goed na of er echt niks meer in zit. Zo kijkt ook een ziel zijn leven na om te zien of hij echt niets is vergeten.

Soms is de stap naar de andere kant heel moeilijk en kost het kracht. Er zijn een aantal factoren die bij de overgang een rol kunnen spelen en de overgang kunnen belemmeren. Daarbij kun je denken aan conflicten die niet uitgesproken zijn.

 

Zo verpleegde ik jaren geleden een mevrouw die aan het laatste stukje van haar aardse leven was begonnen.

Haar sterfbed was zwaar en duurde erg lang. De dierbaren door wie ze omringd werd waren ten einde raad. Al pratend kwam ik er achter dat er een conflict was in de familie tussen die mevrouw en haar zoon. Na lang zoeken vonden we de zoon met wie zij ruzie had. De man was bereid om door de telefoon een paar woorden te zeggen tegen zijn moeder die nu al heel ver weg was. We hebben de telefoon bij haar oor gehouden in de hoop dat ze iets zou opvangen. Kort na dat gesprek overleed ze. Een conflict kan een ziel belemmeren om over te gaan. Toch hoeft het niet altijd een conflict te zijn dat mensen tegenhoudt. Het komt ook voor dat ze op iemand wachten. Dat brengt me op een gebeurtenis die ik vorige week hoorde. Mijn tante overleed vorig jaar.

Tijdens haar sterven was haar zoon, die in Spanje woont, onderweg. De kans dat hij zijn moeder levend zou zien was heel klein. Bij zijn aankomst leefde mijn tante nog. Hij pakte haar hand en vroeg haar te knijpen als zij hem hoorde. Zij kneep in zijn hand en overleed vlak daarna. Helaas gebeurt dit niet altijd en komen mensen soms te laat.

Wat je regelmatig ziet is dat dierbaren aan een sterfbed onbewust de ziel tegenhouden om over te gaan. Soms houden ze iemand ‘vast’ omdat ze hun vader, moeder of partner niet kunnen missen. Dat is heel logisch natuurlijk, maar daardoor wordt het overgaan heel moeilijk.

De ziel maakt tijdens het sterven een innerlijke strijd door. Het loslaten van het lichaam gaat vaak gepaard met kreunen. Kreunen tijdens het sterven wordt nogal eens verward met pijn. Daarmee bedoel ik lichamelijke pijn, want naar mijn opvatting kan ook een ziel pijn ervaren. Deze strijd moet de ziel zelf overwinnen, want we kunnen iemand wel bijstaan in zijn laatste uur, maar uiteindelijk zal de ziel zelf de overgang moeten maken en los moeten komen van zijn lichaam en het aardse leven.

Dit gastblog is geschreven door Dyenne Van Aalst- Hendrikse.

Ze werkt als verzorgende in een verpleeghuis op een pg-afdeling en geeft palliatieve zorg.

Ze is schrijfster van het boekje, waken bij het laatste uur.

 

Dank je Dyenne, voor het delen van je verhaal!

 

Wil je ook je verhaal delen om anderen te ondersteunen met je verhaal? Klik hier