De angst voor het dode lichaam

Gastblog door Dyenne van Aalst – Hendrikse

Tijdens mijn werk kom ik vaak leerling-verzorgenden tegen die een overledene eng vinden, vooral in de avond en nacht. Die angst kan ik me heel goed voorstellen, want als leerling vond ik het ook griezelig.

Waar zou die angst toch vandaan komen, en hoe neem je hem weg?

Om angst te laten verdwijnen moet je eerst weten waardoor hij wordt veroorzaakt.

Wat maakt het dode lichaam zo eng?

Is het de witte kleur? Zijn het de starende ogen of is het misschien het koude lichaam?

Nee, deze angst gaat veel dieper.

Vaak is het de angst voor de overledene zelf: het is de angst dat iemand opeens weer wakker wordt of misschien zelfs opstaat. Vraag je maar eens af wat er door je heengaat als je bij een dode staat: je schrikt dan van elk geluid.

Natuurlijk speelt de kleur van de gestorvene ook mee. Toen ik zelf nog een leerling was, vond ik vooral de starende ogen het engst en de angst dat iemand opeens weer zou bewegen. Dat laatste is ook begrijpelijk, want de dood wordt vaak geassocieerd met geesten. Denk maar eens aan spookverhalen of griezelfilms. In die verhalen en films zijn het altijd geesten van overledenen die mensen achterna zitten en plagen.

Jaren geleden gaf ik met een meisje de laatste zorg. Dagen lang hadden we een mevrouw verzorgd en we hadden afgesproken dat we samen de laatste zorg zouden verlenen. Toen ze was overleden, besloten we een uur daarna mevrouw voor de laatste keer te gaan wassen en kleden. We hadden alle spullen bij elkaar gezocht en konden beginnen, totdat ik opeens merkte dat ik iets vergeten was. Ik verliet de kamer en de leerling alleen achter. Wat ik niet in de gaten had, was dat het meisje erg bang was. Toen ik terug kwam, stond ze in een hoek van de kamer met haar gezicht naar de muur. Ze was zo angstig dat ze de laatste zorg niet kon verlenen. Ik heb die zorg toen voor een groot deel op me genomen en liet haar hand- en spandiensten verrichten, zoals het opruimen van wasmanden en het weggooien van allerlei spullen, maar zelfs dat vond ze eng. Tijdens het nagesprek onder het genot van een kopje koffie vertelde ze dat ze bang was voor geesten.

Wat ik met dit voorbeeld duidelijk wil maken, is dat je het aan moet geven als je bang bent. Als ik had geweten dat deze leerling zo angstig was, had ik haar nooit alleen achtergelaten. Voor deze angst hoef je je niet te schamen, want die is begrijpelijk. Zelf schrik ik ook nog wel eens, ook al zit ik al meer dan twintig jaar in het vak. Dat gebeurde een jaar geleden nog. Ik had bij iemand zitten waken totdat de man zijn laatste adem uitblies. Toen ik tien minuten later zijn ogen sloot, zuchtte de man nogmaals. Op zo’n moment schrik ik ook.

Het onverwacht vinden van een gestorvene is ook iets wat nooit zal wennen.

Toen ik nog leerling was, was ik bij terminale bewoners altijd bang dat ik hem of haar zou aantreffen. Nu zorg ik er altijd voor dat ik, als ik met een leerling naar binnen ga, als eerste de kamer binnen ga. Begin dit jaar overkwam het me nog. Ik deed samen met een jonge broeder mijn avondronde. We stapten een kamer binnen en troffen een mevrouw aan die net overleden was. Dat was voor deze jongen de eerste keer dat hij een overledene zag.

Op zulke momenten moet een leerling heel goed worden begeleid. Je moet tijd en ruimte nemen om hierover te praten, anders blijft het hangen. Dat kan dan weer invloed hebben op het functioneren tijdens het verlenen van palliatieve zorg.

Is de angst voor een dode terecht?

Nee, in mijn ogen niet, wél is het begrijpelijk. Dat komt doordat de meeste angst is gebaseerd op fantasie. Zoals ik al eerder schreef wordt de dood geassocieerd met geesten. Maar hoe zou een ziel, die net is overgegaan, ineens van karakter veranderen en kwaadaardige dingen gaan doen?

Nee, mijn overtuiging is dat een ziel, die net uit zijn lichaam is, afscheid neemt van zijn ‘behuizing’ en zich bevrijd voelt. Het blijft dezelfde persoon als toen hij nog in zijn lichaam woonde. Deze zielen zijn er nooit op uit om mensen bang te maken of te plagen. Ik weet zeker dat ze hun dierbaren, die achterblijven, met liefde bekijken. Ook de verzorgenden, die hen in het laatste uur bijstonden, zullen zij liefdevol aanschouwen. Er zijn weliswaar mensen die overledenen kunnen zien als zij zijn overgegaan, maar een ziel zal zich nooit laten zien aan iemand die bang is.

Ik hoop dat ik met dit artikel wat angst heb kunnen wegnemen. Het lichaam dat we zien is alleen het huisje waar iemand in gewoond heeft. De ziel zal je nooit kwaad doen als hij uit het lichaam is gegaan, want daar heeft hij geen belang bij. Deze ziel zal verder groeien aan de andere kant. Tegen degene die bang is zou ik willen zeggen: geef het aan en schaam je er niet voor!

Dit gastblog is geschreven door Dyenne Van Aalst- Hendrikse.

Ze werkt als verzorgende in een verpleeghuis op een pg-afdeling en geeft palliatieve zorg.

Ze is schrijfster van het boekje, waken bij het laatste uur.

Dank je Dyenne voor je verhaal.