Ik wil naar huis

Daar kwam je binnen, in de rolstoel geduwd, door je dochter.

Ik verwelkomde je.

We kenden elkaar nog niet, niet wetend wat voor een band we zouden opbouwen, niet alleen wij , maar ik ook met je kinderen.

Je zei niet veel, vond het allemaal wel best.

Na jarenlang op jezelf te hebben gewoond, nu weduwnaar, kon het thuis niet meer en kwam je bij ons wonen. Een hele fijne familie, kinderen en kleinkinderen had je om je heen. Een aantal waren met je mee gekomen om je te verhuizen.

Bak koffie erbij en we gingen in gesprek.

Je dochter en schoondochter vertelden me veel. Wat een superleuke mensen, dacht ik, dat zit wel snor. Ik vroeg je hoe je gewend was om de dag door te komen, dat er hier activiteiten aangeboden werden. Die blik in je ogen, hoe je me aankeek, bijna spottend, en je zei: Bingo? Das voor mij niet weggelegd, laat mij maar hier zitten, boek lezen, tv kijken, de Graafschap, das mien cluppie, en je ogen begonnen te stralen toen je dat zei.

Eten in de zaal? Met al die andere mensen?  Oh nee, dat doe ik gewoon hier, in mijn eigen stoel, op mn eigen kamer. Je was niet van dat massale, lekker ingetogen, op jezelf en niet te veel poespas. Dat sierde je juist.

1 op 1 tijdens de momenten dat ik je mocht helpen, vertelde je dat je je vrouw zo miste, dat je zo genoot van de zondagmiddagen, als alle kinderen en de meeste kleinkinderen bij je kwamen. Kamer veel te klein, maar wat een gezelligheid. Als ik over de gang liep, ging het er altijd flink heen daar achter de de deur kan kamer 262. Je zei niet veel, maar je ogen spraken des te meer, hoe fijn je het vond dat ze er waren. Je was de spil van de familie.

Ik zie je nog zo zitten in je eigen, vertrouwde stoel, dag in dag uit, heerlijk op je zelf, bak koffie, sigaretje erbij. 1 been opgetrokken en diep in een boek verzonken.

De eerste twee weken dachten je kinderen dat je, door alles wat je de laatste tijd had meegemaakt, en de verhuizing, het allemaal niet meer op een rijtje had, zo zei je zoon. Na 2 weken zei je tegen hem: ik ben hier thuis, zo voelde het voor je en dat deed iedereen goed!

Wat was je blij toen ik na mijn verlof van mijn jongste weer kwam werken, je vloog me nog niet om de nek, dat paste niet bij je. Weer die blik in je ogen, sprankelend en je zei: ik ben zo blij dat je weer bij me bent en dat je me weer komt helpen. Ik heb mijn dochter wat voor je laten kopen, voor je kleine meid, geweldig. Een mooi roze truitje, ik vond het prachtig. Ze heeft m veel gedragen.

Ik vroeg je wat sarcastisch: heb je me gemist? Haha zei je sarcastisch terug: Euh… nou… wat dacht je dan… dat was genoeg.

En toen..op een dag werd je opgenomen in het ziekenhuis, je was immens benauwd, je hield vocht vast. Paar dagen in het ziekenhuis, weer opgelapt terug naar de Zonnekamp. Daar ging het na 3 dagen weer mis, weer naar het ziekenhuis met dezelfde klachten, even oplappen en hopen dat het nu goed gaat.

Potverdikke, weer na 3 dagen alweer!! Weer dezelfde klachten, benauwd, veel vocht vasthouden. Ik ga maar eens richting het ziekenhuis om je op te zoeken, je lag op de hartbewaking. Toen ik bij je bed stond, pakte je mijn hand en trok je me bijna bij je in bed. Je ogen keken me vragend, bijna smekend aan en je zei: Anne, wil je wat voor me doen? Ik wil maar 1 ding, en dat is naar huis! Kan je me meenemen?

Ik kwam bij je op bed zitten twijfelde geen moment, ik zei: dat ga ik proberen regelen, maar dan moet je me wel beloven dat je goed nadenkt over wat je wilt als je weer thuis bent. Stel dat je weer zo benauwd wordt, wat dan? Wil je dan nog naar het ziekenhuis? Heb het daar ook maar eens met je kinderen over, als je dat kunt.. “Oh daar hoef ik niet over na te denken,  dat wil ik niet meer, ik kan het niet meer!”zei je. Wil jij mijn kinderen bellen?

Ik nam contact op met het werk, om je wens voor te leggen en te overleggen wat we hierin konden betekenen, op welke termijn en wat er geregeld moest worden. Ik belde met je  kinderen en we regelden dat je 2 dagen later naar huis komt. Met zuurstof voor als je het benauwd krijgt, en op de dag van thuiskomen, volgt meteen een gesprek met de huisarts en kinderen erbij  af te spreken wat we zouden doen als je weer zo benauwd zou worden.

Je kwam met de ambulance thuis, je lag als een prins op die brancard en je straalde toen je de afdeling op kwam. Je zoon was met je mee gereden en vertelde dat je zo blij was onderweg, weg uit dat ziekenhuis, naar huis!

Er is taart, want het is feest! De huisarts komt  en er wordt afgesproken dat je niet meer naar het ziekenhuis gaat, dat wil je echt niet meer. We bespreken samen met de arts en je kinderen wat we moeten doen, als zich herhaalt wat 3 x eerder gebeurde.

En wat we allemaal verwachtten,  gebeurde: 2 dagen later werd je benauwd, zuurstof eraan, maar dat slangetje wil je niet in je neus. Je blijft  zo benauwd, en omdat er goed met iedereen was afgesproken wat te doen als….  begonnen we zoals afgesproken met medicatie, om de benauwdheid te verlichten, en je ging niet meer naar het ziekenhuis.

Wat een intensieve dagen zijn dat geweest, zo mooi, om daarbij te mogen zijn, net of het zo moest zijn dat ik 5 dagdiensten had, nadat je terug kwam uit het ziekenhuis. Het was intens, het gewoon maar even bij je zitten, je hand vast houden, de gezelligheid van al je kinderen en kleinkinderen om je heen, je kamer zat steeds bomvol, maar je genoot er zo van. Het intense contact dat er was van alle kanten, maar ook de open gesprekken die we hadden!

Je zoon die precies op tijd terug kon komen van een vakantie, jij had gezegd dat hij moest gaan, hij wilde eigenlijk niet. Hij vroeg aan mij wat hij moest doen, ik kon dat toch niet voor hem gaan beslissen? Al had ik wel gezegd dat als het mijn vader was, ik niet op vakantie zou gaan, jij zei dat hij MOEST gaat.  Hij ging toch, een dag na aankomst kon hij terugvliegen.

De dag voor je overlijden had je zo n goede dag, je smulde van de rode kool met hachee tussen de middag, je zat prins heerlijk in je bed, te genieten van alles en iedereen om je heen.

De laatste ochtend was ik al vroeg op mijn werk, de 4 heren( je zoons en schoonzoons) hadden s nachts bij je gezeten, gepraat, gerookt, gelachen, gehuild. Ik werd opgewacht door een collega, die me vroeg meteen naar je toe te gaan, je leek erg benauwd, ze stonden zo machteloos, je kinderen hadden al een paar x gevraagd hoe laat ik kwam.

Ik kom je kamer binnen en zie meteen dat je met het laatste “stukje”bezig bent. Ik zeg tegen de heren dat ze de dames maar moeten bellen om te komen. Je schoonzoon uit Etten, gaat zijn vrouw, je dochter ophalen.  Je bent door de medicatie niet meer bij kennis, maar je ligt niet comfortabel. We leggen je op je  zij, hoe je altijd het liefst lag in bed. Ik zie de paniek en machteloosheid van je (schoon)zoons en probeer het zo wat dragelijker te maken om aan te zien. Ze vragen of ik je nog wat medicatie kan geven, niet dat het veel helpt, het is meer het gevoel dat ik iets kan doen om het voor hun wat acceptabeler te maken, denk ik. Je dochter en schoondochter die in het dorp wonen zijn er al snel en zo staan we bij je bed. Er voor je te zijn, te kijken, te wachten. op wat? Tot je je laatste adem uitblaast, je niet meer benauwd bent, je rust krijgt.

Ik vraag je kinderen of ik even weg zal gaan, om ze wat privacy te geven, maar ik wordt meteen aan de hand vastgepakt en je dochter zegt: Anne, blijf alsjeblieft hier! Ik hoor de paniek van onmacht en onwetendheid over het verloop in haar stem. Ik blijf… op de achtergrond… bij je kinderen rondom aan je bed.

 

Dit Blog is geschreven door Anne Sloetjes.

Anne is getrouwd en moeder van 3 kinderen. Ze werkt in een verpleeghuis op een somatische afdeling (mensen met lichamelijke aandoeningen/beperkingen) alhoewel er ook veel onbegrepen gedrag voorkomt ten gevolge van bijvoorbeeld hersenbloedingen en parkinson.

Ze is aandachtsvelder palliatieve zorg, dat houdt in dat ze meekijkt, in gesprek gaat met bewoners en familieleden om eventuele wensen te bespreken en te realiseren. Ze gaat opzoek en bespreekt wat kwaliteit van leven is voor deze persoon, en wat ze samen met het team hierin mag betekenen.

 

 

Bedankt Anne, voor het delen van je verhaal.

 

Hier lees je meer van Anne.