Een deel van jezelf
Door: Deyenne van Aalst
Vorige week was het de week van het overleden kind.
In deze week wordt er aandacht gevraagd voor kindersterfte wereldwijd.
Het is natuurlijk prachtig zo’n week maar eigenlijk zou er altijd aandacht voor moeten zijn.
Een kind verliezen is niet iets waar je door heen moet, omdat er geen andere kant is.
De liefde stopt niet bij overlijden dus waarom zou het verdriet dan wel stoppen?
In het boek ‘Verlieskunst’ van Carlo Leget en Mai-Britt Guldin wordt dit mooi beschreven.
Het gemis is iets wat je integreer in je leven. Je draagt het met je mee, overal waar je heen gaat.
In de eerste jaren nadat ons meisje was overleden beangstigde mij dat gevoel.
Waar ik ook zou zijn in mijn leven, het verdriet en gemis zou ik altijd met mij meedragen.
Nu jaren later laat ik het er zijn en uit ik het in welke vorm dan ook.
Je hoort ‘De scherpte gaat eraf’ Ja, dat is zo maar het is maar een heel dun lijntje.
Het is een diepe wond waar een heel dun vliesje over heen ligt.
Als daar een stootje tegenaan wordt gegeven door iets wat er gebeurt in je leven, gaat het vliesje eraf en voel je de diepe pijn opnieuw.
Dit voelde ik toen vorig voorjaar onze geliefde Diny overleed.
Het gemis van onze twee kinderen kwam veel dieper en intenser binnen.
Ik was daar niet echt op voorbereid en wat deed dat vreselijk veel pijn.
Na verloop van tijd ‘parkeer’ je dit wel weer maar op dat moment overheerst het al het andere gevoel.
Dat ‘parkeren’ in je leven gaat wel steeds sneller moet ik zeggen.
Dit komt volgens het boek van Carlo en Mai-Britt door de rouwspier die je ontwikkeld in de loop der jaren.
Deze spier ontwikkel je niet alleen door rouw door overlijden van een geliefde maar ook door de rouw van het leven.
Het verlies van bijvoorbeeld een baan, scheidingen, tegenslagen in het leven en ook een traumatische jeugd.
Hiermee zeg ik niet dat je makkelijk over verdriet heen stapt maar je het geleerd om het met je mee te dragen.
Door de namen van kinderen te noemen en over ze te praten helpt je bij de heling van het verdriet.
Carlo snapte dat en hij heeft in een lezing de naam van ons meisje genoemd.
Dit is erg belangrijk voor mij want dit houd Lisette ‘levend’ voor ons.
Namen van je levende dierbare blijf je ook noemen dus waarom niet namen van overleden dierbaren?
Zij blijven onderdeel van jezelf.
Het is heel moeilijk om het gevoel te beschrijven.
Jaren geleden heb ik het als fantoompijn beschreven.
De pijn is er altijd door het deel van jezelf wat je mist.
Net als dat je een been mist, je voelt het altijd.
De ene dag zal het meer op de voorgrond zijn dan de andere dag maar weg is het nooit.
Mensen die zeggen dat je na een paar jaar maar eens over het verdriet heen moeten stappen, weten niet wat ze zeggen.
Dit kun je ze niet geheel kwalijk nemen want zij weten niet hoe het voelt. Als je het niet meegemaakt hebt kun je echt niet weten wat voor pijn het doet.
Als iemand het tegen je zegt, haal je schouders maar op en loop verder.
Net als de uitspraak ‘Het moet een plekje krijgen’ ik krijg daar altijd jeuk van… een meubelstuk in je huis krijgt een mooi plekje.
‘Je moet het verwerken’ ook zo’n uitspraak waarvan ik denk ‘Hoe dan?’ Verwerken doen ze in een afvalfabriek maar verdriet neem je mee in je leven.
Tegen alle ouders die een kind of kinderen missen wil ik zeggen.
Blijf hun naam noemen en blijf over ze praten.
Uit je pijn in welke vorm dan ook.